Ode aan een sociale huurflat  

Ik heb geen diploma in bouwkunde
maar ik weet dat een sociale huurflat bestaat uit
boze blauwe brieven en dode schapen in de badkamer
en keukenkasten die uit elkaar lijken te spatten
en liefde voelen maar niet in staat zijn
om de woorden over je tong te laten rollen
en verstopte biljetten in schoenendozen voor crisistijden
en maar blijven denken dat het altijd nog wat erger kan
en wekkers die zes keer per week om 05:00 ’s ochtends afgaan
en lichamen met littekens in de vorm van overleving
en vaders die vergiffenis willen huilen
en moeders die aan hun dromen willen werken
en zonen die aan clichés willen ontsnappen
en dochters die simpelweg willen ademen
Ik adem nog niet

We zijn op zoek naar schone lucht,
maar de hemel lijkt vandaag niet aan onze kant te staan
Moeder voorspelde grijs voor de rest van de week
Couscous na het vrijdaggebed
en zondag met een kater in de kerk
en twee stapelbedden in een kinderkamer
en André Hazes en Johan Cruijff aan de muren
en de geur van sigaretten, avocado’s uit het moederland,
pisbloemen
en nooit genoeg plek om alleen te zijn
en altijd genoeg plek om samen te zijn
en gesprekken op het balkon in alle talen van de wereld
en wat zullen de mensen wel niet zeggen
en televisiezenders die je aan je grootouders doen denken
en vrijheid ervaren zonder angst of een enkelband is een privilege

Ik hoor rechts de bus voorbijrijden
links zingen de vogels een liefdeslied
Een sociale huurflat weet altijd de harmonie te behouden.


Gedicht van Asmae Amaddaou.