Hoe wordt de kunstenaar weer kunstenaar?

Ik las een prima artikel van Koen Bartijn van Platform BK in Mister Motley Magazine waarin hij een advies schrijft voor het cultuurbeleid van de nieuwe regering. Aan het eind van zijn lange pleidooi komt Koen tot het volgende: “Om tot een oplossing voor de arbeidsmarktpositie van kunstenaars te komen, betekent dat wij het cynisme van Second Opinion (  ) achter ons moeten laten en kunstenaars opnieuw moeten leren vertrouwen. Dit betekent ook dat er meer mogelijkheden voor hen moeten komen waardoor zij meer opdrachten en cultureel kapitaal gezamenlijk naar zich toe kunnen trekken, zonder de tussenkomst van instellingen….”

Verrot
Vooral de zin, dat we kunstenaars opnieuw moeten leren vertrouwen, trof me. Want die mis-trust zit klaarblijkelijk verrotte diep in onze maatschappij. We vertrouwen de onderwijzer niet meer in zijn of haar leraarschap. De verpleegkundige niet meer in zijn of haar vakmanschap. De huisarts niet meer in zijn kunde en kennelijk ook de kunstenaar niet meer. We weten het beter na een kwartiertje Googelen, gaan verhaal halen op ouderavonden, sturen brieven naar hogerhand of dreigen zonder het gesprek aan te gaan met messcherpe juristen.

Lijden
We zijn kennelijk met z’n allen meer gaan geloven in sleake systemen, slimme ratings van nietsontziende disruptors, keiharde procesbeschrijvingen, wurgende normen, venijnige volgsystemen en management by XCEL. We vertrouwen alles, behalve de mens. “Het systeem moet natuurlijk niet gaan lijden onder de mens”, zo lijkt ons motto te zijn gaan luiden.

Wantrouwen
En Koen Bartijn heeft natuurlijk ongelofelijk gelijk als hij zegt dat we af moeten van dat vermaledijde wantrouwen. Over de zoektocht hoe, zegt Bartijn: “Dit zou natuurlijk in je eentje kunnen, maar er moeten ook meer mogelijkheden komen om gezamenlijk te kunnen optrekken in de vorm van werkbeurzen voor kunstenaarscollectieven. Zo kunnen er meer subsidieregelingen worden ontworpen die zich richten op het initiatief van de kunstenaarscollectieven. Op die manier kunnen zij gezamenlijk naar een instellingen stappen met hun plannen en budgetten, de instelling faciliteert dit vervolgens.”

Jargon
Daarnaast, zo stelt Bartijn helaas een klein beetje in bestuurs- en subsidiejargon, betekent gezamenlijk optrekken meer organisatiekracht en meer onderlinge solidariteit: “Zo wordt de emancipatie van kunstenaars niet slechts afhankelijk van het beleid van instellingen, maar ook van de zeggenschap en het initiatief van deze gemeenschap zelf.” Daarachter moeten we, naar mijn gevoel, van iets veel belangrijkers af: angst.

Controle
Want angst is de voedingsbodem van wantrouwen. Angst die op zijn buurt ondermeer wordt gevoed door het idee van controle. En controle op zijn beurt door het idee van maakbaarheid, de markt die het wel op lost (10 jaar Rutte) en uiteindelijk gewoon keiharde belangen, smerige hebzucht & nietsontziende macht.

Liefde voor het vak
Van angst & controle naar vertrouwen. De onderwijzer weer onderwijzer, de verpleegkundige weer verpleegkundige en de kunstenaar weer kunstenaar. Hoe? Door vertrouwen te geven. Door vertrouwen uit te spreken. Door weer ruimte te maken voor en te geven aan liefde voor het vak. En ik denk door af en toe te zeggen: FUCK THE SYSTEM.