Ik was laatst in een kritieke toestand. De situatie was kritiek. Veel kritiek. Hard ook. In situaties met kritiek zijn vaak ook nog andere situaties gaande. In situaties, zijn trouwens sowieso vaak andere situaties gaande.
Het zal wel aan mijn lage testosterongehalte liggen of ik weet niet wat maar ik word zo langzamerhand doodmoe van alle wedstrijden. Van het zwaaien met dirigeerstokjes tot het naschilderen van Rembrandts; alles lijkt tegenwoordig een wedstrijd te moeten zijn.
Ik heb veel geleerd van mijn goede vriend en collega dichter, performer, zanger, gitarist, Jörgen Unom. Eén van die dingen is: schrijf! “Schrijf gewoon wat je wil schrijven”, zei Jörgen.
Soms heb je dat. Dat 7 woorden het ineens helemaal anders maken. Soms heb je dat ook met 1 woord. Of met 341 woorden. Goed, ik had dat een tijdje geleden dus met 7 woorden.
De liefde voor poëzie heb ik van mijn vader meegekregen. Voor hem was poëzie een huis. Een huis om in rond te dolen, te schuilen en te verdwalen. Voor mij trouwens ook.